De benedictijnse regels
Na een koude nacht worden we wakker met sneeuw op de dichtbij gelegen heuvels. Wat grappig om te zien waar precies de vorstgrens lag. We vertrekken weer rond een uur of 10 maar als we het erf van de boer willen afrijden moeten we eerst even wachten op de passerende koeien die net zijn gemolken.

Het duurt ongeveer een minuut of 5 geeft de boerin aan. De koeien gaan weer terug naar de wei terwijl het hier rond het vriespunt is. Koud hoor. Het valt ons op dat de beestjes ook erg mager zijn. Misschien is dat vanwege de afgelopen winterperiode. Uiteindelijk zijn er 2 dames die niet zo veel haast lijken te hebben. Ze nemen de tijd om Laura eens goed te bekijken 🙂

Zwitserland
En dan gaan we naar Zwitserland. We rijden door regen en sneeuwbuien naar de grens. Niet echt aantrekkelijk. Zwitserland is altijd weer even wennen. Allereerst het landschap. Dat is altijd zo netjes. Prachtige groene heuveltjes waar het lijkt alsof er iemand dan heel netjes een handjevol bomen over heeft uitgestrooid. Keurig verdeeld en daarna heeft die persoon ook een handje gemengde huisjes gepakt en op dezelfde manier verstrooid. Ook netjes verdeeld en op precies de juiste plaats neergezet. Beetje poedersuiker op de bergtoppen en voila: je rijdt continue door een modelspoorbaan. En verder: franken in plaats van euro’s, een vignet voor de snelweg, geen propje of kauwgom op de grond en een rare stekker die we natuurlijk niet bij ons hebben. Lekkere voorbereiding weer …….

Sankt Gallen
Nadat we de norse grenswacht hebben gepasseerd rijden we naar Sankt Gallen. Dat gaat nog niet eenvoudig want Tom Tom stuurt ons twee keer achter elkaar over een weg met een doorrij hoogte van minder dan 2,95 m. Toch lastig dat de hoogte niet is in te stellen in de normale versie van Tom Tom. Als we in Sankt Gallen aankomen moeten we parkeergeld betalen. Gelukkig hebben we altijd de restjes buitenlandse geld van vorige vakanties bij ons dus we vissen ergens een portemonnee uit een kastje met nog wat losse franken. We lopen naar het centrum.

Sankt Gallen is een grote stad en dankt zijn naam de Ierse monnik Gallus die hier in 612 een kerk bouwde. Nu staat er een abdij dus tijd voor een bezoekje. Het is stil in de stad. Geen koopzondag hier. We betalen € 18 per persoon toegang voor de bezichtiging van de bibliotheek en de tentoonstelling in de abdij. Achteraf wel een beetje veel voor wat je krijgt. Als eerste brengen we een bezoek aan de bibliotheek. Voor we naar binnen gaan moeten we sloffen aan om de oude houten vloer te beschermen en om de was uit te wrijven

We schuifelen op onze sloffen vervolgens naar binnen. Leuk gezicht al die toeristen op sloffen. Het is wederom een fraaie bibliotheek waar volgens de informatie zeldzame boeken staan. Ten opzichte van de bibliotheek van Admont vinden wij hem minder mooi. Binnen mag je geen foto’s maken dus leen ik er maar even een van internet.

Vervolgens brengen we een bezoekje aan de kelder waar een tentoonstelling is over het ontstaan van de abdij. Omstreeks 720 stichtte Othmar een abdij op de plaats waar Gallus begraven was. Hij noemde deze abdij de Abdij van Sankt Gallen. Eén van de oudste handschriften van de Benedictijnse leefregels bevindt zich in de Abdij van Sankt Gallen. De tentoonstelling is aardig om te zien maar niet spectaculair. Opvallend: geen bier of andere zaken die je kunt kopen. Wel kroontjes pennen. Er wordt hier kennelijk alleen maar geschreven.

We lopen nog even door het centrum van de stad. Op een handjevol toeristen na is het op zondag uitgestorven. Gelukkig is de Starbucks wel open zodat we kunnen genieten van een goede bak koffie. Tot slot kijken we nog even in de kathedraal. De beschilderingen zijn wat donker waardoor het wat ‘zwaar’ aanvoelt. Het is wel weer een indrukwekkend gebouw.

Na ons bezoekje rijden we naar Camping Bachli. Een nette camping met veel vaste plekken. Prima voor een nacht.
